Begin april kocht Ripple de prime broker Hidden Road voor 1,25 miljard dollar, een van de grootste deals ooit in de cryptowereld. Volgens Ripple's jurist is deze overname zelfs “het beste voorbeeld van de samensmelting van traditionele financiën (TradFi) en gedecentraliseerde financiën (DeFi)”.

In een bericht op X icht advocaat John Deaton toe: “De overname door Ripple integreert blockchain-infrastructuur in de institutionele handel.” Door de combinatie ontstaat een platform waarin de efficiëntie van DeFi samenkomt met de schaalgrootte en klantenbasis van traditionele banken en financiële instellingen.

Een van de directe winnaars zou Ripple’s eigen stablecoin RLUSD kunnen zijn. Hidden Road is namelijk van plan deze munt in de toekomst als onderpand te gebruiken. Toch staat RLUSD met een marktkapitalisatie van 317 miljoen dollar nog ver achter op reuzen als Tether (USDT) en USD Coin (USDC).

Volgens Deaton heeft Ripple nog veel grotere ambities. Het bedrijf wil zijn infrastructuur inzetten voor "Tokenization-as-a-Service", waarbij banken traditionele activa zoals aandelen, obligaties en vastgoed kunnen tokeniseren op de XRP Ledger.

Ook introduceert Ripple een nieuwe dienst: “Ripple Custody”. Door oplossingen voor bewaring, betalingen en stablecoins te bundelen, wil het bedrijf een "one-stop-shop" worden voor financiële instellingen die blockchaintechnologie willen integreren.

De reden voor Ripple's agressieve intrede in de custody-markt is duidelijk: volgens de Boston Consulting Group kan deze sector tegen 2030 een omvang bereiken van meer dan 16 biljoen dollar. Voor Ripple betekent dit een enorme groeikans.

Onlangs werd in Azië de eerste XRP-trackerfonds gelanceerd, met Ripple Labs als ankerinvesteerder. De koers van XRP reageerde positief op al deze ontwikkelingen en noteerde op het moment van schrijven 2,27 dollar, een stijging van 9 procent ten opzichte van vorige week.

Tegelijkertijd blijft Ripple te maken krijgen met kritiek, vooral vanwege de vermeende hoge mate van centralisatie binnen het netwerk. Ripple-CEO Brad Garlinghouse lijkt zich daar echter weinig van aan te trekken.